maandag 2 april 2012

Little Amadeus, Gent

The location was questionable
The furniture was dusty
The atmosphere was greedy
The service was dreadful
The food was rotten
and the price did NOT reflect the above

1/20

Opdat deze post niet van elke positiviteit zou gespeend zijn, wil ik graag van de gelegenheid gebruik maken om de lezer twee tips te geven waar men de beste ribbetjes van het land eet:

Restaurant Rattevallebrug, Middelkerke
http://www.derattevallebrug.be/

Restaurant 't Rebbetje, Oostende
(Nieuwpoortsesteenweg 913)

dinsdag 15 november 2011

De Schaar, Brugge

De Schaar in Brugge heeft een onberispelijke reputatie. De chef staat erop om *alles* eigenhandig te bereiden. Wie het toilet bezoekt - op de verdieping - ziet foto's van hoe de desserts artisanaal worden bereid. Een desire for quality die zich vertaalt in de sfeer en de bediening van het bijzonder gezellige restaurantje in het hartje van het mooie Brugge.

Als amuse krijgen we een bladerdeegje met ansjovis, vergezeld van een pompoensoepje. Beide zijn uitermate smakelijk en het bladerdeeg is niet vettig.

Als voorgerecht kiezen we een noordzeesoepje. Dat smaakt wat gek na het pompoensoepje bij de amuse. Toch één kleine frottement dus: wie de noordzeesoep kiest, verdient misschien toch een aangepaste amuse. Verder geen opmerkingen, de soep is uitermate lekker, er zit - werkelijk - vis in en de smaak is dagvers.

De pièce de résistance is een hoogvlieger. Temidden het wildseizoen kiezen we voor een gegrillde hazenrug met poivradesaus en bospaddenstoelen. Zo staat het op de kaart, maar de puree van pastinaak verdiende evenzeer een vermelding wegens bijzonder lekker. De hazenrug is perfect gebakken - niet eenvoudig op een houtgrill - en de bospaddenstoelen zijn yummie. Weinig kwaad te vertellen... Ook de setting, de accoustiek... het is vergeefs zoeken naar missers.

Mijn tafelgenoot kiest voor de zalmfilet op vel gegrilld met mousselinesaus en tagliatelli. Tagliatelli zal zijn mijn dada worden, maar deze mocht er zijn. Lekker al dente, een eenvoudige smaak zoals je die van pasta verwacht en gewoon niet overheersend. De zalm verdient bonuspunten voor zijn sappige cuisson en de mousselinesaus is hemels licht.

Toegegeven, ik was al eerder overtuigd van dit restaurant, maar de kunst is om te blijven bevestigen. En dat doet De Schaar in Brugge. In de zomer is de terras aan de waterkant trouwens een aanrader: het pand, prachtig in zijn eenvoud, is een ideale toonzetter voor culinair genieten.

De 'small cherry on top of the big cherry' is de rekening. Tegen deze restaurantkeuken van hoge kwaliteit staan bistroprijzen. Hoedje af!

16/20

't Grillkasteeltje, Brugge

Brugge heeft een heerlijke culinaire cultuur. Een hemels divers smakenpalet wacht de geduldige die voorbij de door jappen platgetrapte tourist traps kijkt naar wat de talloze keukens produceren achter kleine gevels in de historische binnenstad.

De eigenaars van 't Pandereitje hebben hun pluimen verdiend, en hebben sinds een paar maanden een nieuwe zaak, 't Grill Kasteeltje. Het restaurant zit in één van die typische Brugse panden, waarvan het gelijkvloers wordt ingenomen door de bar, de keuken en een tweetal tafels, de eerste verdieping door een zestal tafels en de tweede verdieping door het sanitair. Praktisch? Geenszins. Een aangename en authentieke ervaring? Ontegensprekelijk.

Er komt wat duw- en trekwerk bij om iedereen op zijn plaats te krijgen, maar dat geeft de dienster meteen de kans om haar enthousiasme te laten zien. Diezelfde dienster die onophoudelijk de trap op en af moet hollen begint met tafels en stoelen te schuiven dat het een lieve lust is. Onze sympathie zal ze vanavond niet meer kwijt kunnen spelen.

Het aperitief smaakt, maar moet het stellen zonder amuses. Heel jammer, vooral omdat heel wat tafels tegelijk zijn binnengekomen. Een hapje had het wachten ongetwijfeld verzacht.

Eenmaal de voorgerechten eraan komen, blijkt een tweede fout. Ik krijg kaaskroketjes in plaats van garnaalkroketjes. En een vergissing is het zeker, want mijn kaaskroketjes liggen op een bedje van garnalen. Echter, op de kroketjes valt niets aan te merken. De textuur is lekker stevig terwijl ze toch door en door egaal warm is. Daarenboven smaken ze lekker stout, wellicht door een paar venijnige draaien van de pepermolen. Een voltreffer!

Met het hoofdgerecht neem ik een risico. Gegrilde tonijn is helaas al te vaak een gortdroge en smaakarme bedoening. Driewerf hoera, niet in Brugge. Het stukje is zo nog net een beetje glazig en het sappige vlees smaakt heerlijk. Het geheel is echt gepresenteerd als een stevig stuk, en qua portie zelfs te veel na het lekkere voorgerechtje. De verse frietjes maken het geheel af. De mayonaise is een klein minpuntje, niet vers gemaakt en bovendien vrij zoet.

Bij dit alles drinken we een middelmatige Pouilly Fumé. Geen hoogvlieger, maar eerlijk geprijsd.

Eindoordeel: 12/20 

maandag 7 november 2011

Casanova, De Haan

"Gastronomie aan de waterlijn" luidt de baseline van dit gezellige restaurantje in De Haan. Opnieuw een restaurant dat zijn ligging mee heeft, zicht op een onstuimige zee in een guur herstweertje is hoegenaamd bevorderlijk voor de appetijt.

Het restaurant zit overvol wanneer we toekomen. Gedienstig wordt echter de tafel van het personeel ontruimd om ons een aperitief comfortabel te kunnen aanbieden. Improvisatie wordt geapprecieerd. Bij dat aperitief krijgen we een bijzonder smakelijk champagnesoepje en een nietzeggende tartaar van zalm.

We gaan à la carte en ik begin met een klassieke carpaccio van rund. Het vlees is van Ierse komaf en zonder twijfel van een voortreffelijke kwaliteit. Alleen gaat de smaak verloren in de overdaad aan truffelolie. Wie carpaccio met truffel aankondigt, wekt bij ondergetekende de verwachting om echte truffel te zien, en geen olijfolie met truffelextract. Het eerste heeft bovendien het voordeel dat het de smaak van het vlees overeind laat, terwijl het tweede dominant is, en bovendien dreigt het gerechtje te zwaar te maken voor een voorgerechtje op zondagmiddag. Bottomline is het een bescheiden geval van overkill, waarbij het gerecht zeker en vast overeind blijft door de productkeuze. We krijgen enkel het gevoel dat ze vandaag 'een nieuwe' aan de voorgerechten hebben gezet.

Wie het aandurft om een zeetong op de kaart te zetten van 500gr., legt de lat voor zichzelf hoog. De tong op zich moet van super kwaliteit zijn, super vers en perfect gebakken, vergezeld van handgesneden frietjes te serveren, verse sla, verse mayonaise. Punt uit. Het is weinigen gegeven, maar Casanova schiet vol in de roos. Hetgeen wordt geserveerd is een perfect gebakken moddefokker waarvan het stevige vlees toch smelt op de tong. Bijzonder geslaagd. Een beetje zwarte peper uit de molen en het geheel smaakt zo overtuigend dat zelfs de citroen onaangeroerd blijft liggen. Het frisse slaatje en de verse frietjes en dito mayonaise strekken het beest tot meerdere eer en glorie. Dit is het soort gerecht waarmee een tent naam maakt.
Het crescendo wordt verdergezet in een smakelijk dessertje, wederom een oerklassieke dame blanche op crumble. Niets op aan te merken, duidelijk vers geklopt slagroom, verse gesmolten melkchocolade (niet de steenbittere soort waar niemand zit op te wachten aan het eind van een maaltijd) en smakelijk roomzacht ijs.

Eindoordeel: een welverdiende 14/20. Dit is in acht genomen de prijs, die zich wel situeerde in de 'upper range' van hetgeen ik hiervoor wil betalen.

vrijdag 7 oktober 2011

Santo Spirito Ristorante, Brussel


Laat u niet misleiden door de sekte-achtige voorgevel (zonder huisnummer), dit gebouw herbergt wel degelijk een restaurant. Enkel de goudkleurige 'S' met aureool verwerkt in de dorpel verwijst naar de naam van de club annex event center annex restaurant, gehuisvest in een voormalige kerk. De club is sinds een tweetal jaar open, het restaurant sinds drie weken. Wereldse activiteiten ontplooien in een voormalig huis van God, het blijft tot de verbeelding spreken.

De locatie is fraai. Een eerder kleine kerk werd omgebouwd tot event center. Op het gelijkvloers - de club, weet u wel - tracht met wat exclusiviteit te cultiveren door opzichtig Dom Pérignon flessen en bijhorend lounge meubilair op strategische plaatsen neer te planten. Eye-catchers in het interieur zijn het grote videoscherm, de imposante lusters en de discobar verwerkt in het voormalig preekgestoelte. Missers zijn de oversized discobal die hangt boven de bar geïnstalleerd waar vroeger wellicht het orgel stond opgesteld (écht oversized - wat in 's hemelsnaam doet die daar?) en de wanden die schijnbaar grote zandkleurige stenen zijn, maar in werkelijkheid geschilderde gyprocplaten.

Het restaurant bevindt zich op de eerste verdieping in de rechterzijbeuk van de kerk. Qua inrichting worden we onderweg verwend met twee stijlvol gekozen groteske zetels op een tussenverdiep en strategisch opgestelde verlichting die het authentieke karakter van het gebouw ondersteunt. Ook de lange Chesterfield-achtige zetel met zicht op het videoscherm voor de reeds vermelde orgelbar is een origineel element.
Aan tafel gekomen denkt helaas niemand van het bedienend personeel eraan om een aperitief aan te bieden. Niet bevorderlijk voor de verwelkoming, niet bevorderlijk voor de appetijt en - bovenal - niet bevorderlijk voor de recette. Het zal helaas niet de laatste misser van de avond zijn.

Het voorgerecht dan maar. Ik kies voor de tartaar van rode tonijn en daar is niets op aan te merken. Het voordeel aan rauwe tonijn is dat een product dat niet vers is meteen door de mand valt. Maar hier dus niets op aan te merken. De tonijn is relatief grof verwerkt, er is pijpajuin en fleur de sel toegevoegd en het geheel is smakelijk.
Als hoofdgerecht ga ik voor de émincé van rundvlees met groentjes, 'accompagnés de sa purée au romarin et thym'. Jammer genoeg zien noch de twee tafelgenoten die hetzelfde hebben gekozen noch ikzelf iets van de puree. Het vlees is van een middelmatige kwaliteit, met teveel vet om van een émincé te spreken. Op het vlees was parmezaanse kaas gedrapeerd - duidelijk niet vers - en het geheel was overvloedig gedrenkt in balsamico. Vooral dat laatste was volstrekt zinloos en haalde het gerecht onderuit. De paar begeleidende groentjes waren - net als bij het voorgerecht trouwens - te ver gegaard.

Jammer genoeg maakte zich een zelfde ontgoocheling meester van de andere tafelgasten. De pasta die wordt geserveerd met saffraan, erwtjes en spek was aangekondigd als in huis vers gemaakt. Dat is zeker mogelijk, maar al dente was de pasta in elk geval niet. Te ver gegaard (of heropgewarmd?), en de smaak van de erwtjes en spek kwamen niet naar voor. Het geheel proefde als een homogene massa zonder smaak. Van de paccheri van tomaat en aubergines vervolgens heb ik zelf niet geproefd, maar ook die portie bleef nagenoeg onaangeroerd.
De wijn bracht ons troost. Saint Estephe is een smakelijke Bordeau wijn, waarvan een gladde verkoper je zal kunnen vertellen dat het "werkelijk vlak naast" Pauillac ligt. Voornamelijk cabernet sauvignon, een beetje franc erbij, een beetje merlot. Best smakelijk maar toch licht overpriced (57 euro, voor een fles uit 2008).

Ons ongenoegen (lees: vooral de twee volle borden pasta die dienden te worden afgeruimd) kon onmogelijk de garçon onopgemerkt voorbij gaan. Hij stelde onmiddellijk voor om de twee pasta schotels niet aan te rekenen. Een magere troost, als je bedenkt dat de andere hoofdschotels evenmin hoogvliegers waren. Wanneer we informeren naar de puree die bij de drie émincés de boeuf diende te worden geserveerd, kregen we als antwoord 'oui je sais, ils ont oublié'. Pijnlijk - vooral voor een hoofdgerecht waarvoor je 23 euro betaald.

Eindoordeel: a no-go. 3/20

zaterdag 10 september 2011

Bartholomeus, Knokke-Heist

Expectation management is de moeder van de porcelijnwinkel. Toegegeven, ik kende de zaak niet. Ik ben er binnen gestapt naar aanleiding van een verjaardag. Bartholomeus ligt langs de zeedijk in Knokke, en dat heeft vanzelfsprekend zijn weerslag op het interieur. Heerlijk sober, de overheerstende kleur is een rustgevend wit, de tafels zijn opgesteld zodat iedereen minstens een glimp van de zee kan zien. Meer vraagt deze locatie niet.

We kiezen -vanzelfsprekend- voor het degustatiemenu "Terre et Mer". De avond komt aardig op gang met een champagne die (naar mijn smaak) een tikkeltje te zoet smaakt, en "voorproevertjes" waarin de chef meteen toont wat de rest van de avond brengt: verrassende combinaties, producten van het bovenste schap en (vooral) een vakmanschap waar mijn broek van afzakt. Een bijzondere vermelding nog voor de wijnkaart: men kan volledig zijn, maar dit is gewoon indrukwekkend. De kaart ziet eruit als een bijbel en, God forbid, dat is het ook.

De chef schakelt een paar culinaire versnellingen hoger en we krijgen Wagyu beef voorgesteld, in een tartaar, volledig met Gillardeau- oester afgewerkt met peer en gember. Een meesterlijke combinatie, waarin de skills van de chef in elk detail zitten verwerkt. Wasabimayonaise? Neen, hier serveren we Wasabi- ijs, verrassend fris en smaakvol. Het vlees is van een onberispelijke kwaliteit en zijn smaak vult op een bijna poëtische manier de mond.

De chef laat ons even naar adem happen. De gebakken langoustine met eekhoorntjesbrood, peterselie en (verrassend!) het gefrituurde ei, zijn qua smakenpallet iets soberder, maar wederom straalt vooral de vakkennis van de chef van het bord. Mocht je nog één seconde twijfelen aan de symbiose van smaken, dan heeft de chef een lepeltje voorzien om de laatste resten naar binnen te werken. De mengeling van het eigeel, de peterselie en het just van het eekhoorntjesbrood brengt een mens in de verleiding om zijn bord uit te likken. Niet doen.

Zomertruffel. Het klinkt een beetje als meimossel of kaviaarsocialisme. Ten onrechte, want het is een smakelijk ingrediënt op voorwaarde dat er zorgvuldig en spaarzaam mee wordt omgesprongen. Bij de tarbot bijvoorbeeld, kwam ze wonderwel tot haar recht. De pickles waren eigenlijk drie texturen van bloemkool, een folieke waarmee de chef -alweer- zijn kunde presenteert. De rolletjes Iberico vlees maken het geheel op een bijzondere manier af.

We worden naar het orgelpunt gevoerd door filet van wilde eend, gepresenteerd met licht geschroeide prei en quasi rauwe ajuin. Het geheel wordt gecontrasteerd door de zoete smaak van vlierbessen. Wat een combinaties, wat een smaken. Het is bijna een belediging van de chef om er nog bij te schrijven dat ook de cuisson van het vlees de perfectie benaderde.

Het nagerechtje bestond uit een fraai ogend geheel van dragon (heerlijk ingrediënt in desserten), met yoghurt, rabarberijs (verfrissend!) en wilde aardbeiden. Oog voor detail, een onberispelijke presentatie... de chef trekt zijn principes door tot het einde.

De chef stuurt ons niet naar huis zonder zijn "60 Watt" te presenteren. Om het verrassingseffect niet te verpesten, geef ik geen details maar het is een originele delicatesse. Bij de koffie wacht ons nog een aantal huisgemaakte snoepjes.

Eindconclusie: hoedje af! Een welverdiende 18/20.

donderdag 4 augustus 2011

Belga Queen, Brussel

Hoe kan ik een woord over dit restaurant schrijven, zonder te ontsteken in een regelrechte lofzang over het interieur. Het gebouw dateert uit de vroege jaren 1800 en bood ooit onderdak aan het "Hôtel de la Poste". De bank "Crédit du Nord" zou er ooit nog hebben gehuisvest, en dat is waar het interieur het meeste doet aan denken. De magistrale zaal waarvan zowel de muren als de vloer baden in luxueus marmer, doet onwillekeurig denken aan menig filmbeeld. In gedachten doemen meteen de lange banken op, waarop de lagere ambtenaren op een typmachien tokkelen in het aanschijn van de hoge troon waarop hun meerdere plaatsneemt, en naar wie de onderhorige zich dient te wenden. Het prachtige glasraam benadrukt de diepte van de ruimte en geeft het geheel een heerlijk authentiek parfum. Men kan hier niet toeven zonder met regelmaat van de klok te denken aan de onwaarschijnlijke hoop geld dat het moet hebben gekost om dit gebouw in zijn huidige staat te zetten. Chapeau voor de lokatie, maar dit legt de lat voor het culinaire aspect natuurlijk torenhoog. Noblesse oblige, quoi.

Bij het binnenkomen is er eerst rechts de bar voor het aperitief en links de oesterbar. Moeilijke keuze, maar we beginnen met een aperitief. Het huisaperitief is picon champagne en wat een meesterlijke combinatie is dat. Na dit onmiskenbaar hoogtepunt, de eerste bémol van de avond. De aperitief dient eerst te worden afgerekend alvorens de Grote Zaal te betreden. Mij een raadsel wiens idee het was om het transcendente genoegen van een culinaire avond te laten doorkruisen door de zondige financiën.

Dit is misschien een rode draad doorheen de avond. Wie hier komt, komt niet functioneel eten maar om zich een avond lang in de watten te laten leggen. En op dat vlak schiet het personeel van Pinto tekort. We kiezen voor het degustatiemenuutje, en niet één keer zal iemand ons iets annonceren. Wie degusteert, wilt geen menukaart onthouden. Wie degusteert, wil voorgesteld worden aan hetgeen op zijn bord ligt.

We krijgen een klein broodje met gezouten boter. Helaas - geen botermesje. Dit zal voor de rest van het degustatiemenu zo blijven. Telkens wanneer we zin hebben in een stukje brood, is er voor het positioneren van de overigens voortreffelijke boter de keuze tussen een gebruikt mes of het propere mes voor de volgende gang. Een blunder.

Het voorgerechtje brengt ons dunne sneetje van coeur de boeuf tomate en half gebakken schelvis. De tomaat is lekker en net voldoende gemarineerd met de vinaigrette Tartuffata, de schelvis is net iets te glazig.

De vichyssoise van meloen en witte porto is een schot in de roos. Heerlijk licht, zomers en smakelijk. Het zou nog perfecter geweest zijn in een stralende zon en 30°, maar dat kunnen we Pinto bezwaarlijk kwalijk nemen. De krokantjes van ham uit de Sûrevallei passen er wonderwel bij, een hemelse mélange, zowel in smaak als in textuur.

De hoofdschotel is een sûpreme van Mechelse koekoek, de jus is afgewerkt met dragon, klassiek maar zeer geslaagd. Het geheel wordt geserveerd met wafelaardappelen en kokosbonen met een klein kerstomaatje. Zeer basic allemaal, maar oervlaams en heel lekker klaargemaakt. De koekoek was lekker sappig en perfect gaar, de wafelaardappelen waren krokant aan de rand en zacht vanbinnen waardoor ze niet alleen smakelijk waren maar bovendien ook perfect manipuleerbaar - we hebben het al anders meegemaakt.

Lof is er onmiskenbaar voor de wijnkaart. Een heerlijk dingetje, waarin je zonder moeite verloren loopt in een uithoek van Frankrijk waar je net het jaar terugvindt waar je op hoopte. Pinto brengt ons ook het beste van buiten Frankrijk, en dat is een geapprecieerde keuze.

Als dessert krijgen we een verrine met lichte platte kaasmousse en compote van rode vruchten. Het menu was in zijn geheel iets te copieus en de verrine was net niet licht genoeg om een passende dessert te zijn. De compote was veel te zwaar (en te ruim bedeeld) voor dit ogenblik van de lunch, maar dat was wellicht om te verbergen dat de kaasmousse iet of wat smaakloos was.

Het bedienend personeel heeft kennelijk niet begrepen wat gasten verwachten wanneer je hen een degustatiemenu aankondigt. Twee voorgerechten, een hoofdgerecht en een dessert zijn manifest onvoldoende om zich dat keurmerk toe te eigenen. Het noopt tot porties die veel en veel te groot zijn om gedegusteerd te worden. Dat in combinatie met het gebrek aan botermesje en de borden die zonder woorden worden neergezet maakt de ervaring als degustiemenu kortweg mislukt. Doodjammer. Antoine Pinto heeft talloze talenten maar hij worstelt zichtbaar met het concept van zijn restaurant: is dit een gastronomische tent, of een bistro? In dat laatste geval, had de Belga Queen een topscore gekregen. Helaas, de prijs wijst meer op het eerste.

Op het einde krijgen we nog een rekening met een btw- bonnetje waarin niet het bedrag van de (reeds afgerekende) aperitief is begrepen. Komt dat even mooi uit.

Eindscore: 11/20